Selecteer een pagina

Nergens staat in de standaard dat kleine hoofdjes gewenst zijn. Het hoofdje moet in verhouding zijn met de rest van het lichaam. Ondertussen hebben honderden MRI scans aangetoond dat er geen enkel verband bestaat tussen kleine hoofdjes en Syringomyelia. Meer nog, de Engelse onderzoekster dr. C. Rusbridge, van wie de woorden verkeerd geïnterpreteerd werden, schreef zelf in een brief “However the suggestion that this disease has occurred simply because the breeders have selected for a certain type of head shape is unproven en an over simplification”. Letterlijk vertaald: “maar de suggestie dat deze ziekte is ontstaan omdat de fokkers hebben geselecteerd op een bepaalde vorm van de kop is niet bewezen en een overdreven simplificatie”.

Aangezien de Cavalier een gezelschapshondje is, is het gedrag en het temperament van groot belang. Een Cavaliertje moet absoluut vrolijk en vriendelijk zijn. Hij is een zonnetje in huis, ook in moeilijke tijden.

De Cavalier King Charles Spaniel

De Cavalier is van oorsprong een klein gezelschapshondje maar geen minihondje. Het ras moet klein, mooi en gezond zijn met als primair doel de mens gezelschap te houden en vreugde en geluk te brengen.

Het ras is in geen enkel punt overdreven (extreem).

De laatste jaren is het ras in de media veel in de aandacht gekomen in verband met de gezondheid. Een verkeerd geïnterpreteerde uitspraak in de BBC reportage “pedigree dogs exposed” heeft een fabel de wereld ingestuurd als zou een bepaalde ziekte, met name Syringomyelia, ontstaan zijn door het fokken van te kleine hoofdjes. De fokkers worden regelmatig in de media met de vinger gewezen.

Geschiedenis

Het is heel moeilijk om de exacte geschiedenis van een ras na te gaan. Meerdere experts beweren dat de voorouders van de toy-spaniels afkomstig zijn uit het verre oosten. Waarschijnlijk zijn ze in de 12° en 13° eeuw meegebracht door Italiaanse kooplui. De oudste schilderijen zijn dan ook van Italiaanse meesters en tonen wit rode spaniels, net zoals de Blenheims op vandaag.

In Europa zijn er meerdere soorten toy spaniels ontstaan, allen afkomstig van de uit het verre oosten ingevoerde hondjes. De Italiaanse hondjes waren wit/rood, net zoals de Blenheim. In Frankrijk was er een kleine zwarte toy spaniel met bruine aftekeningen rond de ogen. Waarschijnlijk ligt daar de oorsprong van de Black & Tan genen.

In Nederland evolueerde er een kleine toyspaniel die zowel zwart als zwart/wit was. Dit ras, bekend als de Holland Spaniel, is uitgestorven maar zonder twijfel zijn de genen terug te vinden in de hedendaagse Cavalier. Later evolueerde dit ras als de “Toy Trawler Spaniel”, dat rond de jaren 1920 uitgestorven is. Niet tegenstaande zijn gekrulde vacht en lange snuit, is er toch een gelijkenis met de tricolor Cavalier.

Kleine toyspaniels werden vanaf de jaren 1500 populair in Europa. Vooral bij de adel en bij rijke handelaars. Veel hondjes werden als geschenk gegeven aan de dames. De Toyspaniels zijn dan ook veelvuldig terug te vinden op schilderijen van adellijke en koninklijke families.

In 1570 schreef dr. Johannes Caius, de geneesheer van Elizabeth I, een boek in het latijn onder de naam “De Canibus Britannicus” . Dit was de eerste publicatie die de honden in 5 categorieën onderverdeelde. Een van deze 5  categorieën was de “Spaniel gentle” of  “Comforter Spaniels”. Hij schreef onder andere dat deze hondjes maagklachten konden genezen. Hij vermelde ook dat deze hondjes nuttig waren om de voeten van de dames warm te houden en om de vlooien en andere insecten aan te trekken afkomstig van de lichamen van die dames.

Charles I hield van toyspaniels en Henrietta was helemaal dol op deze hondjes. Zijn zoon, Charles II, was de monarch die bekend staat voor zijn grote voorliefde voor de toyspaniels. Hij hield grote hoeveelheden van deze hondjes, en het is door hem dat het ras zijn naam bekomt.

Charles II had meer aandacht voor zijn hondjes dan voor zijn werk. Zijn hondjes mochten overal gaan en doen wat ze wilden, tot groot ongenoegen van de hovelingen. Charles II werd opgevolgd door zijn broer James II die net zoals zijn broer gek was op toyspaniels.

 

 

 

Na de dood van Charles II kwamen grote aantallen Franse protestanten zich in Engeland vestigen. Zij brachten toyspaniels mee uit Frankrijk, en voor het eerst in de geschiedenis werden toyspaniels als gezelschapshonden gehouden door de werkende klasse.

Generaal John Churchill, een groot militair, kreeg als beloning voor zijn diensten aan de kroon in 1689 het “Earldom van Marlborough”. Churchill was een groot hondenliefhebber. Hij verkoos te jagen met kleine kastanje en wit gekleurde spaniels, afkomstig van de toyspaniels die overal in Europa populair waren aan de koninklijke hoven. Hij bouwde een lijn van honden die naast gezelschapshond ook goede retrievers waren en goed in het veld konden presteren.

 

In 1701 boekte Churchill heel wat successen in veldslagen, waarvan de belangrijkste de slag van Blenheim was. Blenheim, gelegen in Duitsland, was de plaats waar de bloedigste veldslag plaats vond op 18 maart 1704. Churchill had steeds een toyspaniel bij zich tijdens de veldslagen. Het sprookje verteld dat de vrouw van Churchill tijdens de veldslag van Blenheim thuis met een drachtig teefje op haar schoot zat en uit nervositeit zat ze voortdurend met haar duim op het hoofdje van het teefje te wrijven. Toen de pupjes geboren werden, hadden ze allemaal een “beautyspot” op het hoofd!

Na zijn thuiskomst kreeg Churchill van de koningin de titel van “Duke of Marlborough” en kreeg hij een grote domein in Oxfordshire met het daar bijhorende paleis dat voor hem gebouwd werd. Het paleis kreeg de naam Blenheim Palace.

 

Gedurende meer dan 200 jaar werden door de verschillende “Dukes of Marlborough” toyspaniels gefokt in “Blenheim Palace”. De kleinste onder hen werden gezelschapshondjes voor de dames, de grotere werden voor de jacht gebruikt. Aangezien de basis voor het fokken van kastanje/witte spaniels hier gelegd werd, is men mettertijd die hondjes “Blenheim Spaniels” gaan noemen.

Toen Willem van Oranje op de troon steeg, werden mops hondjes populair bij de dames in de hogere kringen. Hun populariteit steeg snel. Tijdens het Victoriaans tijdperk werden kortsnuitge hondjes, zoals de mops hond en de Japan Chin, zeer populair. Langsnuitige toyspaniels waren niet langer populair.

Heropleving van het ras

 

Een rijke Amerikaan, Roswell Eldridge, die een aantal schilderijen bestudeerd had, merkte regelmatig rood/witte toyspaniels op. Toen hij in 1920 naar Engeland kwam en Crufts bezocht vroeg hij waar die toyspaniels met langere neuzen waren. De meeste gezelschapshondjes op show waren toen kortsnuitge honden. Aangezien die niet op shows te vinden waren, plaatste hij een advertentie waarin hij een, voor die tijd, een zeer grote som geld (£ 25) uitloofde voor de beste “old type” spaniel op Crufts.

Op Crufts werd een nieuwe klas gecreëerd en deze “old type” spaniels werden gekeurd na de King Charles door dezelfde keurmeester. Deze hondjes waren nog in grote getale in Engeland aanwezig maar niet populair, vandaar dat ze niet op de show aanwezig waren. Het is dan ook een fabeltje dat dit ras in 1920 terug opgebouwd werd met 2 teven aan de basis.

In de cataloog van Crufts werden ze vermeld als “Blenheim Spaniels of the old type”. Twee jaar later waren er reeds meer dan 40 inschrijvingen op Crufts.

In 1928 werd de naam “Cavalier King Charles Spaniel” geïntroduceerd.
De standaard werd opgemaakt, gebaseerd op de Crufts Winnaar “Ann’s Son”

Rasstandaard

 

Algemeen beeld

Levendig, sierlijk en goed gebalanceerd (harmonieus); met zachte expressie.

Gedrag / Temperament

Sportief, aanhankelijk, beslist zonder angst.
Vrolijk, vriendelijk, niet agressief; geen enkele neiging tot nerveusheid.

Maat

Gewicht: van 5,4 tot 8,0 kg. Een kleine, goed in verhouding zijnde hond binnen de gestelde grenzen is wenselijk.

Hoofd

Schedel regio

Schedel : Schedel bijna vlak tussen de oren.
Stop : Ondiepe stop.

Gezicht

Neus : Zwarte neusspiegel met goed ontwikkelde neusgaten, zonder vleeskleurige aftekening.
Snuit : Lengte van de voorsnuit is ongeveer 1,5 inch= 3,8 cm. Voorsnuit naar de punt toe versmallend. Gezicht goed opgevuld onder de ogen. Elke neiging tot een smalle en spitse snuit is ongewenst.
Lippen : Goed ontwikkelde niet hangende lippen.

Kaken en gebit : Sterke kaken, met een perfect, regelmatig en compleet schaargebit, d.w.z.: dat de boventanden sluitend over de ondertanden staan en recht in de kaken geplaatst zijn.
Ogen : Donker, groot en rond, maar niet puilend; goed uiteen geplaatst.

Oren : Lang en hoog aangezet, met overvloedig behang.

Hals

Middelmatige lengte en licht gebogen.

Lichaam

Rug : recht
Lenden : kort
Borstkas : Middelmatig, goede ribwelving.

Staart

De lengte van de staart in harmonie met het lichaam, goed aangezet. Vrij en blij gedragen, maar nooit ver boven de rug belijning.
Ledematen

Voorhand

Algemeen : rechte benen van middelmatig bot.

Schouders :  goed terug liggende schouders

Achterhand

Algemeen :  benen van middelmatig zwaar bot

Knie :  goed gehoekt in het kniegewricht

Spronggewricht :  Geen neiging tot koehakkigheid of sikkelhakken.

Voeten

Compact, met stevige voetkussens, van goede beharing voorzien.

Gangwerk/beweging

Vrij lopend en elegant in beweging met veel stuwing vanuit de achterhand. De benen van voor en achter gezien parallel bewegend.

 

Vacht

Lang, zijdeachtig en zonder krullen. Een lichte golving is toegestaan. Overvloedig bevederd. In het geheel vrij van trimmen.

Van links naar rechts: Black&Tan, Tricolor, Blenheim en Ruby

Kleuren

De erkende kleuren zijn:

  • Black & Tan: ravenzwart met “tan” aftekening boven de ogen, op de wangen, aan de binnenkant van de oren, op de borst en benen en onder de staart. Het “tan” behoort helder te zijn. Witte aftekening is ongewenst.
  • Ruby: geheel diep rood gekleurd. Witte aftekening is ongewenst.
  • Blenheim: Diep kastanjekleurige aftekening, goed gebroken op een parelwitte ondergrond. De aftekening moet gelijkelijk op het hoofd verdeeld zijn en tussen de oren ruimte laten voor de zeer gewaardeerde ruitvormige vlek of “spot” (een uniek raskenmerk).
  • Tricolor: zwart en wit goed verdeeld en gebroken, met “tan” aftekening boven de ogen, op de wangen, aan de binnenkant van de oren, onder de staart en eventueel aan de binnenkant van de benen.

Fouten

Elke afwijking van de voorgaande punten moet als een fout worden gezien en de zwaarte, waarmee de fout aangerekend wordt, moet in verhouding staan tot zijn ernst en zijn effect op de gezondheid en het welzijn van de hond.

Diskwalificerende fouten

  • Agressieve of overdreven bange honden
  • Honden die duidelijke lichamelijke of gedragsafwijkingen vertonen

Opmerking

  • Reuen moeten twee volledig ingedaalde, duidelijk normale testikels in het scrotum hebben.

Alleen functioneel en klinisch gezonde honden, met ras typische conformatie moet worden gebruikt voor de fokkerij.

Een Cavalier King Charles Spaniel is  geen King Charles Spaniel

 

De officiële naam van het ras is “Cavalier King Charles Spaniël” terwijl de meeste mensen over een “Cavalier” of “Cavaliertje” spreken.  Naast de Cavalier bestaat ook de “King Charles Spaniël”, kortweg “King” genoemd.

Er is een groot verschil tussen de Cavalier en de King.  De King is een stuk kleiner en lichter gebouwd dan zijn grotere broer de Cavalier. De King heeft een bol hoofdje met een zeer korte snoet, terwijl de Cavalier eerder vlak is tussen de oren met een iets langere snoet.  Het karakter van een King is gereserveerd, een Cavalier daarentegen is vriendelijker en socialer. De 4 kleuren zijn in beide rassen terug te vinden. Beide rassen mogen niet met elkaar gekruist worden. Het zijn twee compleet verschillende rassen.