Selecteer een pagina

GEZONDHEID

Ieder leven wezen, zowel mens als dier, heeft een aantal foute genen. Als je weet dat een hond meer dan 20.000 genen heeft, zal het u niet verwonderen dat iedere hond minsten 5 foute genen heeft.

Een hond heeft van elk gen 2 exemplaren, en bij de bevruchting geeft zowel de vader als de moeder één van de beide genen door. De meeste aandoeningen waarmee we te kampen hebben binnen de rashonden op vandaag zijn recessieve aandoeningen, dat wil zeggen dat je 2 foute genen moet hebben alvorens dat je die bepaalde aandoening kan krijgen. Dus als je zowel van vader als van moeder een fout gen overerft, dan is de kans groot dat je de aandoening zal krijgen, terwijl beide ouders maar één fout gen hadden en dus zelf de aandoening niet zullen krijgen.

Een verantwoorde fokker gaat dus beide ouders testen op gekende aandoeningen en op die manier voorkomen dat de nakomelingen hetzelfde foute gen van beide ouders overerven. Zonder testen en onderzoeken is dat onmogelijk.

Jammer genoeg bestaat er niet voor alle aandoeningen een DNA test en sommige aandoeningen zijn afkomstig van meerdere genen. Dat maakt het voor de fokker moeilijker om de juiste combinatie te maken. Ook hier kunnen onderzoeken en testen de fokker helpen.

HARTAANDOENINGEN

Bepaalde hartaandoeningen zijn vermoedelijk of bewezen erfelijk bij bepaalde hondenrassen. Slechts voor enkele aandoeningen en rassen is de erfelijkheid bewezen. Vaak wordt, door het frequenter voorkomen van een aandoening binnen een bepaald ras of binnen bepaalde lijnen, verondersteld dat deze aandoening erfelijk is binnen dit ras.

Mitralis klep degeneratie (mvd)

Dit is een vaak voorkomend hartprobleem binnen de Cavalier populatie. De oorzaak van deze hartaandoening zijn hartkleppen die niet goed sluiten. Daardoor werkt het hart minder efficiënt en moet het dus eigenlijk harder werken.

De ouderdieren kunnen onderzocht worden op twee manieren:

Auscultatie : dit onderzoek gebeurt met een stethoscoop. De hond is niet verdoofd bij het onderzoek. Dit onderzoek is een efficiënt en goedkoop onderzoek, dat vooral gericht is op het opsporen van een bijgeruis.

Echocardiografie : deze non-invasieve methode met Doppler metingen is de voorkeursmethode voor het opsporen en bevestigen van erfelijke hartaandoeningen die vermoed worden na klinisch onderzoek. Dit onderzoek mag niet onder verdoving gebeuren.

 

Syringomyelia

Syringomyelia is een aandoening waarbij holtes (syrinx) ontstaan in het ruggenmerg. Wanneer bij een hond holtes (syrinxen) in het ruggenmerg vastgesteld worden, kan dat in sommige gevallen  bij de hond hevige pijn veroorzaken. Sommige honden hebben holtes maar vertonen geen tekenen van pijn. Pijn wordt meestal bij stresssituaties vastgesteld.

In principe kan elk ras dit probleem krijgen. Tot op vandaag is het meeste onderzoek verricht bij kleinere rassen.

Het opsporen van het probleem kan enkel gebeuren door een MRI scan onder verdoving. Dit is een vrij omslachtig en duur onderzoek. In België staan slechts enkele MRI scanners voor honden.

DNA testen

Episodic faling

Episodic faling is een neurologische aandoening. De beginnen meestal ergens tussen 3 maanden en 4 jaar oud. Symptomen zoals stijve ledematen, abnormale houdingen, verlies van coördinatie en ineenzakken gaan niet gepaard met bewustzijnsverlies.

Uw hond lijkt zich volledig bewust van wat er gebeurt en herstelt snel na een aanval. Hoewel sommige honden blijvend neurologisch letsel kunnen oplopen, met zeldzame gevallen van euthanasie, verbetert deze aandoening meestal met therapie en wordt de levensduur niet aangetast.

Voor deze aandoening bestaat een eenvoudige DNA test, met andere woorden een fokker kan door beide ouders te testen en de juiste combinatie te maken, 100% garanderen dat uw hond deze aandoening niet zal krijgen.

Dry eye – curly coat

Curly coat dry eye syndrome, ook bekend als congenitale keratoconjunctivitis sicca, komt voor bij Cavalier King Charles Spaniels als gevolg van een erfelijke aandoening.

Honden met dit syndroom vertonen een ruwe of gekrulde vacht, verdikte en gebarsten voetzolen, aantasting van hun huid (ontsteking en extreme vettigheid), problemen met hun ogen (een extreme versie van droge ogen, bindvliesontsteking, hoornvlieszweren, hoornvliesfibrose, vascularisatie) en een slecht gebit. De aandoening kan ook gevolgen hebben voor het bindweefsel.

Voor deze aandoening bestaat een eenvoudige DNA test, met andere woorden een fokker kan door beide ouders te testen en de juiste combinatie te maken, 100% garanderen dat uw hond deze aandoening niet zal krijgen.

Patella luxatie

Patella luxatie is een aandoening die meest wordt toegeschreven aan kleine rassen, maar ook voorkomt bij middelgrote tot grote rassen. De enige beschikbare/bruikbare methode om patella luxatie in zijn verschillende gradaties te beoordelen, is een klinisch onderzoek door een  geoefende dierenarts.

De dierenarts zal voelen hoe los de knieschijf of patella opzij is te bewegen vanuit de femurgleuf. Afhankelijk van de uitwijking die door lichte druk  kan veroorzaakt worden, oordeelt de dierenarts dat er geen luxatie is (graad 0) of dat er wel luxatie mogelijk is (graad1 t.e.m. 4). In de ergste  graad is de knieschijf constant terug te vinden buiten de femurgleuf en springt ze nooit terug op haar plaats.

Dit is zichtbaar te maken met een  radiografie.

 

Patella luxatie kan genetisch bepaald zijn ( femurgleuf niet diep genoeg ) maar daarnaast kan Patella luxatie ook ontstaan door een ongeluk (trauma) waarbij een of meerdere bandjes, die de knieschijf op zijn plaats houden,  afscheuren. Ook ziektes, zoals bijvoorbeeld de zeikte van Cushing, kunnen ervoor zorgen dat de knieschijf losser komt te zitten.